
Nazareños de Málaga, Spaanse krentenbollen
Tijdens de Heilige Week in Spanje worden er traditiegetrouw veel eieren, brood en zoetigheden gegeten. Je vindt in de eeuwenoude Andalusische recepten Christelijke, Moorse en Joodse invloeden terug.
Gefrituurde Spaanse broodjes
Zo eet men graag torrijas a la Andaluza om het einde van 40 dagen vasten te vieren. Het zijn een soort wentelteefjes maar dan in de hete olie gefrituurd. Ze zijn gemaakt van oud brood gedrenkt in een mengsel van melk, eieren, suiker en kaneel. Andere lekkernijen uit de frituurpan zijn roscos de Semana Santa. De typische ronde broodjes met een gat erin en bestrooid met kaneelsuiker zijn van Arabische afkomst.
Als dessert eten Spanjaarden graag buñuelos de viento (nonnenscheten). De luchtige buñuelos zijn van oorsprong Joodse beignets die erg op oliebollen lijken. Ze worden gemaakt met gist, bloem en suiker. Kleine balletjes deeg worden gefrituurd en na het bakken bestrooid met kaneelsuiker of gevuld met room. ¡Que rica!
Spaanse broodjes uit de oven
Voor wie de gefrituurde bollen links wil laten liggen is er ook pan hornazo (brood uit de oven) te vinden.
De Heidense zoete monas de Pascua herken je aan het hele hardgekookte ei. Vroeger mocht men tijdens de vastentijd geen eieren eten. Terwijl de kippen natuurlijk braaf door bleven leggen. Om het overschot aan eieren weg te werken worden er traditiegetrouw veel eieren gebruikt in Paasrecepten. Een mona de Pascua kan een groot brood zijn met vele eieren of een klein broodje met twee gekruiste stroken deeg over een hardgekookt ei.
De traditie wil dat je het hardgekookte ei stuk moet slaan op het voorhoofd van de eerste die bij je in de buurt komt. Dat wordt dus oppassen geblazen tijdens de Paasweek.
Ook nu nog worden er nieuwe Andalusische broodtradities geboren. In 2001 bedacht bakker Manuel Jiménez uit de hoofdstad Málaga de nazareños de Málaga. De goed gevulde krentenbollen lijken door het witte kruis bovenop veel op Engelse hot cross buns. Het geheim van deze lekkere Paasbolletjes is volgens Manuel de in wijn gewelde rozijnen.

Op bovenstaande foto zie je een mannetje in een wit gewaad en met een rode puntmuts. Dat is een zogenaamde nazareño - een boetedoener. De puntmutsen stammen uit de tijd van de Spaanse Inquisitie. Degenen die door de inquisitie waren veroordeeld voor religieuze misdaden moesten een ‘sanbenito’ (kledingstuk om publiekelijk berouw te tonen) en capirote (puntmuts) dragen om zich te onderwerpen aan openbare vernedering. Tijdens de processies die in de week voorafgaand aan Pasen rondgang doen door de straten, zie je nog steeds vele gekleurde puntmutsen meelopen. Aan de kleuren van de kledij en de mutsen herken je de hermanidad (broederschap) die de ieder hun eigen tocht organiseren. In Spanje wordt Pasen echt groots gevierd.
Heb je zin gekregen in zo'n lekkere Spaanse krentenbol?
Marije´s nazareños, 16 bolletjes
Deze Paasbolletjes worden gemaakt met bloem, roomboter, gist, suiker en zeezout. In het fluweelzachte deeg vouw je vervolgens een rijke vulling met in wijn gewelde krenten, stukjes gedroogd fruit en gehakte noten. De ingrediënten van de nazareños de Málaga vind je gewoon bij jouw buurtsuper, wel zo handig.
Deze feestelijke rozijnenbolletjes zijn heel makkelijk om te maken en om in te vriezen. Voor het Paasontbijt kun je de nazareños nog even 5 minuten oppiepen in een voorverwarmde oven van 200°C. ¡Feliz Pascua!
Voor het deeg
- 500 gram sterke bloem (proteïne 12% of meer)
- 325 gram lauwwarme melk of havermelk
- 7 gram droge gist of 21 gram verse gist
- 20 gram suiker
- 5 gram zout
- 3 gram kardemompoeder (optioneel)
- 50 gram koude boter in stukjes
Voor de vulling
- 300 gram rozijnen, geweld in wijn en winddroog
- 100 gram abrikozen, in kleine blokjes
- 100 gram geroosterde hazelnoten, in stukjes
Voor het kruis
- 120 gram bloem
- 100 gram water
- spuitzak of boterhamzakje met het puntje eraf geknipt
Voor het glazuur
- 75 gram water
- 60 gram suiker
Bereidingswijze (2,5 uur)
- Wel de rozijnen 20 minuten in rode wijn, rum of water. Lek uit in een zeef en laat aan de lucht drogen. Dep eventueel de rozijnen droog met keuken papier, zo gaan ze niet glibberen in je deeg.
- Meng de bloem, lauwe melk, gist, suiker, zout en eventueel kardemompoeder in een grote kom. Haal de samenhangende bal uit de kom en kneed in een standmixer of met de hand zo´n 10 minuten tot een flexibel
deeg. Voeg stukjes boter toe totdat de boter geheel is opgenomen tot een glad deeg. - Laat 15 minuten rusten op je werkblad met de kom er omgekeerd overheen zodat je deeg niet uitdroogt. Kneed daarna voorzichtig alle vulling door het deeg.
- Vet de kom in met olijfolie en leeg de deegbal erin. Dek af met een natte theedoek, badmuts of ingevet stuk huishoudfolie. Zet de kom warm weg in je oven met lichtje aan of op de laagste stand 30°C en laat het deeg 60 minuten rijzen
- Verdeel het deeg in 16 stukjes van 88 gram en maak er kleine bolletjes van. Leg de bolletjes 1 tot 2 centimeter van elkaar vandaan op een met bakpapier beklede bakplaat. Laat ze nog 45 minuten afgedekt met ingeoliede huishoudfolie rijzen in je oven met het lichtje aan of op de laagste stand 30°C.
Het kruis aanbrengen
- Haal de bakplaat met de gerezen bolletjes uit je oven en verwarm de oven voor op 250°C.
- Maak het papje voor het kruis door de ingrediënten met elkaar te mengen. Doe het papje in de spuitzak en spuit op elke nazareño een kruis. Maak ook het glazuur terwijl je oven op temperatuur komt.
- Meng de ingrediënten voor het glazuur door elkaar in een steelpannetje en breng aan de kook. Laat het glazuur afkoelen.
- Zet de bakplaat in de voorverwarmde oven, verlaag de oventemperatuur naar 210°C en bak de nazareños
in 15 minuten bruin en gaar. Bestrijk de nazareños na het bakken met het glazuur en laat op een rooster afkoelen.
